‖ 10 redenen..

Wat volgt is een vertaling van dit artikel van 15 oktober 2023 op OKDOOMER.IO. Ik zou wat meer credit geven, misschien toestemming vragen een vertaling online te zetten, maar vind niet meteen een manier hen te contacteren.

Tom, 4/2/24

..waarom onze beschaving de geest geeft

  1. overshoot
  2. fossiele brandstoffen
  3. falende groene energie
  4. slinkende grondstoffen
  5. erosie van teelaarde
  6. watertekort
  7. klimaatverandering
  8. verlies van biodiversiteit
  9. migratiecrisis
  10. toenemend conflict

Dat lees je juist. Het ziet ernaar uit dat onze globale industriële beschaving gauw de geest geeft – nog tijdens het leven van de meeste mensen die op dit moment leven.

Ik ben me ervan bewust dat dat nogal een uitspraak is, en dan behoorlijk angstaanjagend mocht je jonger dan pakweg 50 zijn. Ik lijst in dit artikel 10 problemen op waar de wereld mee kampt, elk ervan op zich zou kunnen volstaan om onze beschaving ineen te doen storten. Ofte: als maar één van die problemen niet opgelost raakt, zijn we ten dode opgeschreven.

Sta me toe, alvorens ik verderga, uit te leggen wat ik bedoel met “ineenstorten”. Dat hoeft niet te betekenen dat de mens uitsterft. Dat is, gezien de vele existentiële gevaren, zeker een plausibel scenario, maar het lijkt me onwaarschijnlijk. Tienduizenden jaren lang hebben immers kleine groepjes mensen zware omstandigheden overleefd.

Met ineenstorten bedoel ik het verval van maatschappelijke instellingen zoals regeringen en economieën, gevolgd door een een dramatische afname van de menselijke bevolking. Ik weet dat dat nog steeds nogal vaag klinkt, daarom hier een meer specifieke definitie die ik aantrof in het boek How Everything Can Collapse.

Er staat:

Collapse is het proces aan het eind waarvan de meerderheid van de bevolking niet langer (voor een redelijke prijs) onder wettelijk gestut toezicht van basisbehoeften (water, eten, huisvesting, kledij, energie, enzovoort) kan worden voorzien.

Naarmate de maatschappij barst, wordt het leven steeds eenvoudiger. Aan het einde van de 21e eeuw leven mensen zoals in de vroege 19e eeuw. Hoe ik dat weet? Laten we beginnen met ons grootste probleem. Niet klimaatverandering, maar een term waar de meesten van ons nog niet van gehoord hebben.

1 • overshoot

Ofschoon overshoot hier vermeld wordt als één van de vele problemen van de mensheid, valt er iets voor te zeggen dat het het enige probleem is, en alle andere eruit voortvloeien.

Mocht je nog niet gehoord hebben van ecological overshoot: dat is wat gebeurt wanneer een organisme de grondstoffen van een ecosysteem sneller verbruikt dan ze geregenereerd kunnen worden. Dat gebeurt in de natuur voortdurend.

Laten we bijvoorbeeld een kudde herten los op een eiland zonder roofdieren met een overdaad aan gras, zullen die herten naar believen gras eten, en zal de kudde exponentieel groeien. Naarmate er meer herten zijn, wordt er steeds meer gras gegeten, tot er amper nog over is. Het gras groeit wel terug, maar wordt meteen weer opgegeten. De herten eten zelfs de wortels van het gras op, waardoor dat nog maar moeilijk kán teruggroeien.

De hertenpopulatie heeft zo de draagkracht van het eiland overschreden. Er zijn te veel herten, er is niet genoeg gras, dus de meeste herten sterven van honger. Het gras groeit wellicht weer terug, maar de draagkracht van het eiland is afgenomen.

Net dat scenario heeft zich al afgespeeld, op een eiland of twee voor de kust van Alaska.

Grafiek van overshoot.

Het speelt zich af met elk organisme, van gist in een petrischaaltje tot mensen op een planeet. Als er geen roofdieren zijn of een nieuwe voedselbron geïntroduceerd wordt, neemt de populatie sterk toe, om vervolgens ineen te storten naarmate de voedselbron uitgeput raakt. (Dat wordt in detail beschreven in het puike boek Overshoot: The Ecological Basis of Revolutionary Change.)

De vraag is dan: hoe lang nog voor de mens de draagkracht van de aarde overschrijdt? Dat is al gebeurd. Zowat 50 jaar geleden.

Althans volgens the Global Footprint Network. Men berekent daar elk jaar de datum waarop mensen de grondstoffen opgebruikt hebben die de planeet op een jaar kan produceren. Dat heet Earth Overshoot Day, en was vorig jaar (zijnde 2022) 28 juli, wat betekent dat de mens elk jaar het equivalent van zowat 1,75 aardes verbruikt.

Je vraagt je misschien af hoe we, als op 28 juli de grondstoffen van de hele planeet op waren, de dag erop en de dagen daarna doorgeleefd hebben? Dat kon dankzij grondstoffen die al klaarlagen lang voor de mens opdook. Zoals wouden, aquifers, teelaarde, en fossiele brandstoffen. Vroeg of laat zijn die overschotten op, en zullen we het elk jaar moeten stellen met wat de planeet dat jaar voortbracht.

Daar lijkt de gemiddelde klimaatactivist niet bij stil te staan. Zelfs mochten we de klimaatverandering kunnen stoppen, zou onze beschaving met slinkende grondstoffen te kampen hebben. Omdat we in overshoot zitten, is de bevolking voorbestemd te kelderen, wát we ook ondernemen.

We hadden dat moeten zien aankomen. (Wat sommigen ook deden.) Hoe kan je geloven dat eindeloze groei mogelijk is op een eindige planeet? Ooit zouden we natuurlijk wel botsen tegen de grenzen van wat onze planeet aankan, maar de meesten van ons dachten dat dat verre toekomst was, lang na onze eigen dood.

Maar dus, we hebben de draagkracht van de planeet bereikt. Naarmate onze basisgrondstoffen opraken en het moeilijk wordt eten op tafel te brengen, zal de economie het begeven, de wereldbevolking eindelijk afnemen, en de maatschappij zoals we ze kennen ophouden te bestaan.

Wat voor grondstoffen raken op? Daarover gaan de volgende vijf punten van deze lijst.

2 • gedaan met goedkope fossiele brandstoffen

Voor ik dat toelicht, moet je begrijpen hoe belangrijk fossiele brandstoffen (steenkool, olie, en aardgas) zijn voor onze beschaving.

Het eerste, meest vanzelfsprekende gebruik van fossiele brandstoffen zoals olie is benzine en diesel voor onze voertuigen. Daarzonder zou onze maatschappij helemaal instorten, want truckers hebben diesel nodig om eten en voorraden naar winkels te brengen. Ook hebben de meeste mensen in de ontwikkelde wereld benzine nodig om te gaan werken.

Maar benzine is slechts een klein deel van onze precaire samenleving. Er zijn ten minste vier andere dingen die we nodig hebben, zoals beschreven in het boek How the World Really Works: cement, staal, plastic, en ammoniak. Voor al die dingen zijn fossiele brandstoffen nodig.

Cement en staal zijn nodig voor bebouwing, plastic voor vanalles, gaande van huishoudelijke producten tot medische apparatuur, en ammoniak om stikstofhoudende meststoffen te produceren, waarzonder de halve wereld zou verhongeren.

Daarom rol ik met mijn ogen wanneer iemand zegt “We moeten nu stoppen met fossiele brandstoffen!” We kunnen er niet gewoon mee ophouden. Als we dat deden, zouden mensen aan het rellen slaan en zou de maatschappij in chaos verzinken.

Ik spreek niet tegen dat fossiele brandstoffen ons milieu vernielen. Natuurlijk is dat zo. Maar voor we fossiele brandstoffen schrappen, moeten we andere manieren vinden om cement, staal, plastic, ammoniak, en nog vanalles te maken. Anders zijn we sowieso gedoemd.

Je begrijpt nu hoe cruciaal fossiele brandstoffen zijn voor onze maatschappij. We moeten ervan afraken voor we helemaal zonder zitten. Wat nogal een probleem is, want het lijkt erop dat we gauw genoeg zonder zitten. Laten we ons focussen op olie.

Al vele decennia wordt gepraat over peak oil. Mocht dat je niks zeggen: dat is het punt waarop de jaarlijks ontginde hoeveelheid olie piekt, en vervolgens terminaal bergaf gaat. De olievoorraad van onze planeet is immers eindig, oliebedrijven vinden mettertijd steeds minder olie.

Oliebedrijven zoals Exxon Mobil vinden nog steeds nieuwe olie- en gasbronnen, maar tegenwoordig minder dan de voorbije 75 jaar, sommigen geloven dan ook dat peak oil al voorbij is, en er zijn wel degelijk aanwijzingen dat de globale olieproductie in 2018 een hoogtepunt bereikte.

Olieproductie van 1965-2020, met piekoliejaren.

Zoals je ziet produceert elk olierijk land minder olie, ook al neemt het mondiale energieverbruik toe.

In de Verenigde Staten werd de piek van conventionele olieproductie al in de jaren '70 van de vorige eeuw bereikt, maar dankzij nieuwe fracking-technologie, die bedrijven in staat stelt olie te ontginnen uit schalievelden, was er de voorbije 10 jaar een sterke stijging in de olieproductie, waardoor de VS één van de grootste olieproducenten van de wereld is.

Die stijging lijkt echter van korte duur. Er is niet zoveel schalie-olie als gewone, en de ontginning ervan is duur. Meer zelfs, de meeste bedrijven die schalie-olie verkopen, zijn failliet. Stelt zich de vraag: als er, zoals sommigen beweren, nog meer dan genoeg olie over is, waarom zouden we dan moeten terugvallen op dure, moeilijk te bereiken grondstoffen in schalievelden?

Technisch gesproken zal de wereld nooit zonder olie zitten, maar de overblijvende oliereserves zitten zo ver onder de grond en zijn zodanig moeilijk bereikbaar, dat het meer energie zou vergen ze op te pompen dan we van de olie zelf zouden krijgen.

Anders gezegd, het wordt zodanig moeilijk winst te maken met fossiele brandstoffen dat investeerders gewoon ophouden erin te investeren. Dat is al bezig. Ondertussen blijft de vraag naar energie stijgen. Landen pompen zo snel als ze kunnen olie uit de grond om de prijs te drukken, maar zelfs landen als Saoedi-Arabië benaderen hun grenzen.

Olie is natuurlijk niet de enige fossiele brandstof, er zijn ook steenkool en aardgas. Maar het ziet ernaar uit dat we de komende decennia ook aan peak kool en gas zitten.

De mensheid heeft de afgelopen 30 jaar meer fossiele brandstoffen verbruikt dan in haar hele voorgeschiedenis. Aan dit tempo hebben we over 30 jaar onmogelijk nog genoeg fossiele brandstoffen voor iedereen. We zullen op groene energie moeten overschakelen.

Overschakelen op groene energie zou beter zijn voor het milieu. We kunnen hernieuwbare energiebronnen zoals zonne- en windenergie echter niet inzetten voor de productie van cement, staal, plastic, en ammoniak. Zelfs mocht dat kunnen, zijn er kwalijke kantjes aan groene energie. Om te beginnen is ze niet werkelijk groen.

3 • het falen van groene energie

vervuiling

Wat bedoelt men eigenlijk met “groene energie”? Het lijkt me dat de meeste mensen denken dat het om energie gaat die niet schadelijk is voor het milieu. We krijgen onze energie, het milieu is OK, iedereen tevreden. Zo werkt het helaas niet.

Groene energiebronnen zoals windturbines en zonnepanelen zorgen voor minder uitstoot dan fossiele brandstoffen, maar veroorzaken nog steeds enige uitstoot omdat we fossiele brandstoffen nodig hebben om ze te maken.

Om te beginnen hebben we olie nodig om het materiaal te ontginnen waarmee we de windturbines en zonnepanelen maken. Door diesel aangestuurde trucks vervoeren dat materiaal naar fabrieken, en vervoeren vervolgens de windturbines en zonnepanelen naar hun bestemming. Vaak zijn helikopters nodig om windturbines te bouwen, al zeker op zee.

We hebben fossiele brandstoffen niet enkel voor al die dingen nodig, ook onderdelen van de zonnepanelen en windturbines zelf zijn letterlijk gemaakt van fossiele brandstoffen. Je weet dat plastic uit olie wordt gewonnen, en de wieken van windmolens zijn van plastic.

Het is erger: de meeste elektrische voertuigen bestaan voor 50% uit plastic. Dus wanneer je rondrijdt in je Tesla, blij op die manier je ecologische voetafdruk te reduceren, vergeet niet dat er minstens drie vaten olie nodig waren om je wagen te produceren. Waarschijnlijk nog een pak meer, door alle onderdelen.

Plastic kan op andere manieren vervaardigd worden, maar die zijn heel wat duurder. Dus zelfs al konden we op een of andere manier auto's maken zonder fossiele brandstoffen, zouden die te duur zijn voor de meeste mensen. En ze zijn nu al te duur voor de meeste mensen.

Daarin schuilt de droeve ironie van de zogenoemde groene-energierevolutie: als we ophouden met fossiele brandstoffen, wordt het onmogelijk om hernieuwbare bronnen te maken. En het zouden eigenlijk al geen hernieuwbare bronnen mogen heten, want wind- en zonneparken moeten elke 20, 30 jaar herbouwd worden. Ze zouden heropbouwbare energiebronnen moeten heten.

De uitstoot van fossiele brandstoffen is niet het enige probleem van groene energiebronnen. Om computers, zonnepanelen, elektrische voertuigen, en zoveel andere technologieën te maken, hebben we metalen nodig. Véél metalen.

De meeste mensen hebben weinig weet van alle zeldzame metalen in hun telefoons en apparaten – metalen zoals europium, indium, mangaan, neodymium, terbium, tungsten, en dergelijke. Om aan die metalen te raken, vernielen bedrijven plaatselijke ecosystemen en graven ze gigantische gaten voor stripmijnbouw.

Naar schatting heeft mijnbouw al impact op 78 miljoen vierkante kilometer, zowat 15% van het aardoppervlak, maar dat is maar het begin. Om aan de vraag te voldoen, kappen bedrijven regenwouden, vernielen ze leefgebieden van wilde dieren, en zijn ze zelfs van plan de bodem van de oceanen te ontginnen, met alle mogelijke verwoestende gevolgen vandien voor het milieu.

Een van de voornaamste metalen voor groene energie is lithium. Als metaal heeft het de laagste dichtheid, het slaat dus veel energie op per gewicht, waardoor het voor batterijen van elektrische auto's de voorkeur geniet. Lithiumontginning verwoest helaas ook ecosystemen.

Misschien lijkt een wereld met minder broeikasgassen je de verwoesting van enkele ecosystemen waard, maar dan heb je het mis.

Op dit moment is 1% van het wagenpark van de VS elektrisch. Als we het resterende 99% willen vervangen door elektrische voertuigen, en nú al het milieu schade toebrengen om metalen te ontginnen waar we ze ook maar vinden, stel je dan de verwoesting voor wanneer elke auto in de VS elektrisch is. Wat dan nog steeds maar 19% van de voertuigen op aarde is.

Vandaag de dag maakt hernieuwbare energie maar 4.5% van de globale energieproductie uit, we hebben dus nog een lange weg te gaan om de hele wereld van groene energie te voorzien en alle door fossiele brandstoffen aangedreven voertuigen door elektrische te vervangen. Om dat te bereiken, brengen we het milieu mogelijk meer schade toe dan door klimaatverandering.

de paradox van Jevons

Zelfs al zouden we voor hernieuwbare energiebronnen geen fossiele brandstoffen nodig hebben, noch er het milieu voor hoeven te verpesten, zou het er niet toe doen. We schakelen niet snel genoeg over om enig verschil te maken. Waarom? Omdat nieuwe energiebronnen de oude niet vervangen – ze komen er gewoon bij.

Velen denken dat de mensheid de laatste eeuwen van energiebronnen veranderd is. Eerst hadden we hout, dan gebruikten we steenkool, daarna hadden we olie en aardgas, en nu schakelen we over op hernieuwbare energie. In werkelijkheid gebruiken we nog steeds alle voorgaande energiebronnen. Meer nog, we verbranden meer steenkool dan ooit tevoren.

Natuurlijk gebruiken we ook hernieuwbare energie, maar dat weerhoudt ons er niet van om door te gaan elk jaar weer meer fossiele brandstoffen te verbranden. In 2021 bijvoorbeeld nam de wereldwijde vraag naar energie toe met 5%, en de helft daarvan werd voorzien met fossiele brandstoffen, in het bijzonder steenkool.

Hernieuwbare energie vervangt niets. Ze zorgt wel voor wat goedkopere elektriciteit, wat mensen er enkel toe aanzet meer elektriciteit te gebruiken. Een uitstekend voorbeeld van de paradox van Jevons.

Wat is de paradox van Jevons? Wanneer nieuwe technologie, of overheidsbeleid, ervoor zorgt dat efficiënter omgesprongen wordt met een grondstof (zoals fossiele brandstoffen), daalt de prijs. De lagere prijs zorgt er dan voor dat mensen meer consumeren, waardoor de prijs weer stijgt en de toegenomen efficiëntie tenietgedaan wordt.

Dit is een uitstekend voorbeeld: in de jaren 1970 haalden auto's slechts een kleine 6 kilometer per liter. In de jaren '80 verbeterden autobedrijven het brandstofverbruik van hun voertuigen, zodat na 1990 auto's over het algemeen dik 8 kilometer per liter haalden.

Besteedden mensen dan minder aan benzine? Nee, ze begonnen meer te rijden, namen vaker de auto, gingen verder op zomeruitstapjes. Ze reden zoveel meer dat ze gewoon meer benzine verbruikten en er evenveel voor betaalden als in de jaren '70. Hetzelfde gebeurt nu met mensen die hybridewagens kopen (zie onderstaande grafiek).

Hybridewagenvoorbeeld van de paradox van Jevons.

En hetzelfde zien we nu bij hernieuwbare energie. Wind- en zonne-energie drukken de prijs van elektriciteit, waardoor mensen er meer van gebruiken, tot de prijs weer stijgt.

peak metals

Laat me wel duidelijk wezen – ik zeg niet dat we geen windturbines, zonnepanelen, en elektrische voertuigen moeten maken. Natuurlijk moeten we dat. Die zullen nodig zijn om een wereld zonder koolstofuitstoot te betreden wanneer de ontginning van fossiele brandstoffen te duur geworden is.

Er is echter een enorm probleem waarover niemand lijkt te willen spreken: net zoals de fossiele brandstoffen, zijn de grondstoffen die we nodig hebben om hernieuwbare energie te produceren eindig. Er zit nu eenmaal maar een beperkte hoeveelheid van in de grond, en bij lange na niet genoeg om een idee als the Green New Deal waar te maken.

Zoals ik hogerop zei, we hebben nog een erg lange weg te gaan vooraleer we al onze fossiele brandstoffen met groene alternatieven vervangen hebben. Stel je miljarden elektrische wagens voor, aan het opladen op een elektriciteitsnet aangedreven door louter hernieuwbare energie. Wat is ervoor nodig zo'n droom werkelijkheid te maken?

Volgens het IEA moeten we, om tegen 2050 net-zero te bereiken, 6 keer meer metalen delven dan we nu doen. Een behoorlijk groot probleem, want we ontginnen metalen nu al zo snel als we kunnen.

Zonnepanelen hebben tellurium nodig, windturbines dysprosium, en batterijen lithium. Aangezien maar een klein deel van ons elektriciteitsnet op hernieuwbare energie werkt en we nu al moeite moeten doen om aan genoeg metalen te raken, lijkt de droom van een Green New Deal onwaarschijnlijk.

Mocht je me niet geloven, citeer ik hier een brief van experts in aardwetenschappen die enkele jaren geleden aan de commissie klimaatverandering van het Verenigd Koninkrijk overhandigd werd. Zij schrijven:

Om alle voertuigen in het VK vandaag te vervangen met elektrische, zouden 207.900 ton kobalt, 264.600 ton lithiumcarbonaat (LCE), ten minste 7200 ton neodymium en dysprosium, en 2.362.500 ton koper nodig zijn. Dat is net geen twee keer de totale globale jaarlijkse kobaltproductie, zowat de hele globale productie van neodymium, drie kwart van de globale lithiumproductie, en ten minste de helft van de globale koperproductie in 2018.

De nadruk is van mij; en dat gaat enkel over het Verenigd Koninkrijk. Om het wagenpark van de hele wereld elektrisch te maken zouden vanzelfsprekend veel meer metalen nodig zijn dan we hebben.

Dat is waarom de zogenoemde Green New Deal een illusie is. Ik wil de mensen die er voorstander van zijn niet schofferen, ze hebben het hart op de juiste plaats. En ik zeg niet dat we niet moeten proberen meer hernieuwbare energie te maken. We moeten wel. Ik zeg enkel dat we er niet genoeg van gaan kunnen maken om onze energieverslindende beschaving te onderhouden.

Het lukt ons zelfs niet van onze benzinevoertuigen af te raken. En zelfs mocht dat ons lukken, vervoer is verantwoordelijk voor maar 28% van onze totale uitstoot. ("Ons" is hier de VS.)

Misschien vraag je je af waarom we die metalen niet kunnen recycleren. Dat kan, maar kost buitensporig veel moeite. Het zou schier onmogelijk zijn om elk spikkeltje metaal als indium of terbium van elke weggeworpen smartphone te recupereren. Voor de meeste metalen is het het gewoon niet waard.

De enige opties zijn vervangende metalen zoeken (wat niet te best lukt), nieuwe metaalafzettingen zoeken, of dieper graven in bestaande mijnen. Mettertijd zal de kwaliteit van het erts afnemen en zullen de metalen duurder en duurder worden.

Dat is nu al gaande. Na jaren van daling stijgt de kost van hernieuwbare energie. Sta er even bij stil, de overstap naar hernieuwbare energie is amper begonnen, en we zien al afnemend rendement.

Het gaat dan wel vaak over de noodzaak van een Green New Deal gaan, maar zelden over hoe die tot stand kan komen. En nu weet je waarom. Er zijn gewoonweg niet genoeg metalen voor.

4 • slinkende grondstoffen

Laten we, nu je dromen van een groene techno-utopie eraan hebben moeten geloven, eens kijken naar wat andere schaarse grondstoffen.

rubber

Rubber is onmisbaar in de moderne wereld. We hebben het nodig voor banden, schoenen, draad, isolatie, lopende-banden, maskers en handschoenen, de afdichting van koelkastdeuren, en zovele dingen meer.

De meeste mensen weten dit niet, maar rubber komt van een boom – de rubberboom. Die heet eigenlijk Hevea brasiliensis, een boom uit Zuid-Amerika.

En jammer genoeg maakt de klimaatverandering het moeilijker deze bomen te kweken. Droogte en overstromingen maken hun het leven moeilijk, en er te veel sap (nodig voor de vervaardiging van rubber) aan onttrekken, kan ze ook doden. Ze zijn bovendien kwetsbaar voor witte-wortelziekte, en door de klimaatverandering komen zulke bladziekten vaker voor.

Om al die redenen wordt wel eens gesproken van een rubber-apocalyps. Er zijn gewoon geen goede alternatieven voor dit wondermateriaal.

zand

Ja, geloof het of niet, het zand in de wereld raakt op, althans het soort zand dat we dagelijks gebruiken.

Zand is op water na de meestgebruikte substantie in de wereld. Het is nodig om glas, wegen, en beton te maken – dingen waarzonder onze beschaving niet zou kunnen bestaan. Om een enkel huis te bouwen is 100 ton zand en grind nodig. Vele landen hebben dan ook zowaar een strategische zandvoorraad.

Dus waarom niet gewoon naar de Sahara gaan om er al het zand dat we nodig hebben op te scheppen? Omdat dat zand door wind gevormd is, de korrels zijn zacht en rond. We hebben door water gevormd zand nodig, ruw en met gekartelde randjes. Zo'n zand komt van stranden en rivierbeddingen.

Het hoogste gebouw ter wereld, de Burj Khalifa, staat letterlijk in het zand, maar het is woestijnzand. Was dat soort zand gebruikt om het beton van het gebouw te maken, zou het ingestort zijn. Dus moest men duizenden tonnen zand importeren vanuit Australië.

Zeker, we kunnen zand halen van stranden en rivierbeddingen (allebei vreselijk voor het milieu), maar omdat het zo zwaar is, is het duur om te vervoeren. En omdat we de gemakkelijkste bronnen van zand opgebruiken, moeten we het van steeds verder laten verschepen. We zouden stenen kunnen verpulveren om ons eigen zand te maken, maar dat kost erg veel energie. En is dus erg duur.

Zand is zo kostbaar dat er in delen van India en Marokko ware zandmaffia bestaat. Ambtenaren worden er omgekocht om de andere kant op te kijken terwijl er zand verzameld wordt, zonder oog voor de gevolgen voor het lokale ecosysteem. Wie in de weg staat, wordt uit de weg geruimd, een probleem dat enkel erger wordt.

Je kan in deze video van CNBC meer te weten komen over rubber- en zandtekorten.

Globale tekorten aan zand en grind voor bouwwerken.

kunstmest

Bijzonder onrustwekkend. Onze hele samenleving hangt af van stikstofhoudende meststoffen. Erzonder zouden onze gewassen niet genoeg voedsel produceren voor iedereen. Verre van.

En op dit moment staan de kunstmestprijzen op recordhoogte. Dat komt deels door de oorlog in Oekraïne, maar vooral door de torenhoge aardgasprijzen, en daar zijn meerdere redenen voor.

Aardgas maakt 80% van de prijs van stikstofmeststof uit. Nu de wereld zonder aardgas begint te zitten, zal meststof een pak duurder worden. Het is nu is al zo duur dat veel landbouwers hun productie moeten verlagen, wat dus voor hogere voedselprijzen zal zorgen bij oogsttijd.

Misschien vinden we nieuwe bronnen van aardgas, zodat stikstofhoudende meststof een pak goedkoper wordt. Maar stikstof is niet het enige wat we nodig hebben voor de aanmaak van meststof. We hebben ook fosfor nodig, en onderzoek wijst uit dat we tegen 2030 aan peak fosfor zitten, waarna de prijs ervan snel zal stijgen.

Zoals ik zei, zonder meststoffen had onze beschaving niet tot 8 miljard mensen kunnen groeien, dus als we niet genoeg meststoffen kunnen aanmaken, kunnen we niet voldoende voedsel produceren voor iedereen.

Over voedsel verbouwen gesproken – ik moet ook het verlies van teelaarde vermelden.

5 • erosie van teelaarde

De doorsnee-persoon weet niet eens wat teelaarde is, en gaat ervan uit dat je steeds weer en eindeloos op hetzelfde stukje grond kan planten. In werkelijkheid wordt die grond onvruchtbaar zodra de toplaag wegslijt, wat van het verlies van teelaarde een van de grootste problemen van de mensheid maakt.

Om te begrijpen waarom teelaarde zo belangrijk is, moet je begrijpen dat ze leeft. Als er enkel aarde onder onze voeten zat, zouden we er geen voedsel op kunnen verbouwen. Maar het is niet enkel aarde, het is grond, die allerlei micro-organismen bevat, zoals schimmels, bacteriën, insecten, en kleine plantjes. Die dingen samen maken gezonde grond waarop voedsel verbouwd kan worden.

Op dit moment erodeert onze teelaarde 10 tot 40 keer sneller dan ze kan regenereren. Het kan tot 500 jaar duren voor de natuur pakweg 2,5 centimeter teelaarde klaarheeft, maar de meeste landbouwers jagen er elk jaar één centimeter door.

Naar schatting 70% van de teelaarde is sinds het begin van de industriële landbouw verdwenen, en 30% van de landbouwgrond op aarde is verlaten vanwege onvruchtbaarheid. Het wordt erger: volgens de VN rest ons nog maar 60 jaar vooraleer alle teelaarde weg is.

Gebieden getroffen door erosie van teelaarde.

Daar zijn vele redenen voor, laten we het eerst hebben over mineralen. Teelaarde bevat tientallen mineralen die om te blijven bestaan micro-organismen nodig hebben. Planten absorberen deze mineralen bij het groeien. Nadat de planten geoogst zijn, zijn ook de mineralen die ze bevatten uit de grond weg, zodat er minder overblijven voor de micro-organismen.

Het probleem is zo erg dat in Noord-Amerika de grond over de voorbije 100 jaar al 85% van haar mineralen verloren is. En afgezien van Australië is elk ander continent meer dan 70% van zijn mineralen kwijt.

De uitputting van mineralen maakt het niet enkel moeilijk voor micro-organismen, maar maakt ook ons voedsel minder voedzaam. Modern voedsel bevat veel minder calcium, koper, zink, en andere essentiële mineralen, wat leidt tot mineraaltekorten zelfs bij mensen die genoeg eten.

Onze teelgrond sterft ook af door NPK-meststoffen (bestaande uit stikstof, fosfor, en kalium). Die meststoffen veranderen geleidelijk de pH van de bodem, in die mate dat die te zuur wordt voor bacteriën. Een probleem, omdat mineralen door sommige bacteriën omgezet worden in een voor planten bruikbare chemische vorm. Erzonder zijn planten minder voedzaam, en moeten ze vechten om te gedijen.

Nog een ander probleem is het overmatig gebruik van pesticiden, herbiciden, en fungiciden. Ook die maken het planten moeilijker mineralen op te nemen. Zoals planten nuttige bacteriën nodig hebben om mineralen te absorberen, zo ook schimmels, maar fungiciden doden zowel de nuttige als de schadelijke schimmels.

Op dit punt is het redelijk zich af te vragen waarom landbouwers die methoden blijven gebruiken, als ze er de teelaarde mee vernielen? Het antwoord is dat er altijd genoeg teelaarde over was voor de volgende oogst. Meststoffen zorgen ervoor dat planten sneller groeien en groter worden, en chemicaliën zoals pesticiden, herbiciden, en fungiciden doden schadelijke insecten, onkruid, en schimmels, zodat de gewassen vrijelijk kunnen groeien.

Ja, die dingen doden de teelaarde, zorgen ervoor dat die uitdroogt en erodeert. Maar landbouwers verliezen slechts een centimeter teelgrond per jaar; aangezien vele landbouwbedrijven op ten minste enkele meters teelaarde staan, is het probleem gewoon niet urgent genoeg om landbouwers ertoe aan te zetten hun werkwijzen te veranderen.

Dat mechanisme keert wel vaker terug bij collapse-gerelateerde kwesties. Omdat mensen maar 70, 80 jaar leven, is het moeilijk om lange-termijnproblemen in beschouwing te nemen die langer duren dan zijzelf bestaan, en nog moeilijker om drastische maatregelen te nemen, al zeker als dat minder geld verdienen betekent.

Maar wat teelaarde betreft bereiken we een punt waarop de gevolgen gevoeld zullen worden tijdens het leven van vele mensen die vandaag leven. Voedsel wordt minder voedzaam en moeilijker om te produceren, waardoor prijzen zullen stijgen en blijven stijgen tot mensen zich eenvoudigweg geen eten meer kunnen veroorloven.

We zouden de erosie van teelaarde kunnen vertragen met agriculturele conserveringsmethoden, maar dat zou de gevolgen enkel uitstellen. Er zijn vandaag zoveel mensen op aarde dat we met de rug tegen de muur staan. We kunnen onze teelaarde niet blijven gebruiken, maar moeten wel als we willen eten.

<!-- if noch mal #care then resume tikje bijschaaf hier -->

6 • watertekort

Stel je voor dat je in een stad met een ernstig watertekort woont. In de rijkere stadsdelen komt er maar enkele uren per dag water door de kraan, genoeg om inwoners de kans te geven een douche te nemen en hun flessen te vullen. Ze mogen echter hun auto niet wassen, hun gazon niet besproeien, en hun zwembad niet vullen.

In andere stadsdelen is het erger. Er is nooit water, mensen staan urenlang in de zon in de rij om hun lege emmers te vullen aan het kraantje van de watertankwagen van de overheid.

Deze mensen gaan erg zorgzaam om met hun water. Ze hergebruiken het zoveel mogelijk, wassen borden en eetgerief af in oud afwaswater. Wordt het water te vuil om te hergebruiken, kan het dienen om de WC mee door te spoelen. Een douche zit er maar zelden in, een nat washandje met zeep moet volstaan.

Ze hebben genoeg drinkwater om ernstige dehydratatie te voorkomen, maar moeten het rantsoeneren, zodat er genoeg is om eten klaar te maken en tanden te poetsen. Toch is het onvermijdelijk dat mensen verontreinigd water gebruiken, wat tot een toename van ziektes leidt.

Wat eten betreft kunnen enkel mensen in rijkere wijken zich fruit, noten, en groenten veroorloven. Alle anderen moeten het stellen met goedkoop, en dus ongezond voedsel met veel natrium en koolhydraten en weinig voedingsstoffen, wat voor nog meer ziekten zorgt.

Maar dat zijn dan nog de gelukkigen. Omdat oogstopbrengst zo laag is, is voedsel erg duur, de armsten hebben dus amper genoeg te eten om te overleven, of zelfs dat niet.

Het land rond hen is kurkdroog. Voortuinen zijn modder met wat plukjes droog gras. Vele bomen zijn dood, laten enkel wat skeletachtige takken achter. En de lucht is stoffig, zandstormen bedekken de stad geregeld met een laag vuil.

Om al die redenen beginnen steden en staten het tegen elkaar op te nemen voor waterrechten, waardoor watermaffia's ontstaan die beslissen wie water krijgt en wie niet. Buurlanden die van dezelfde bergen en rivieren afhangen, gaan oorlog voeren.

Naar zo'n toekomst zijn we op weg als er niets gedaan wordt aan het watertekort in de wereld. Meer nog, het leven ziet er al zo uit in vele delen van de wereld, en vooral in India.

Wereldkaart van droogterisico.

Maar vanwaar het watertekort? Voornamelijk door droogte. Het westen van de VS beleeft de ergste megadroogte in 1200 jaar. Sterker nog, over de hele wereld beleven landen hun ergste droogte ooit wegens de klimaatverandering. Zelfs belangrijke rivieren zoals de Mississippi drogen op.

Tot voor kort konden staten en landen de droogte aan door gewoon meer water uit de grond te pompen. Maar nu raken zelfs aquifers opgedroogd.

Er zijn vele aquifers in de VS, twee van de belangrijkste zijn het Centrale-Vallei-waterbekken in Californië en het Ogallala-aquifer, dat zich uitstrekt van Zuid-Dakota helemaal tot in Texas.

90% van het water uit deze aquifers wordt gebruikt voor de irrigatie van gewassen, en is dus essentieel voor de voedselvoorziening. Deze aquifers zorgen zelfs voor 20% van de graanoogsten in de wereld en 40% van het fruit en de groenten die in de VS geconsumeerd worden.

Hoe snel zijn we die aquifers aan het uitputten? Behoorlijk snel, de Ogallala-aquifer zakte in 2021 meer dan 30 centimeter. Regenval vult de aquifers weer bij, maar daarbij gaat het over dik 2,5 centimeter per jaar. Als we niets ondernemen zou het Ogallala-aquifer dus binnen 20 jaar opgedroogd kunnen zijn, waardoor duizenden landbouwbedrijven failliet zouden gaan in de grootste dust bowl in de geschiedenis.

We sterven daarom niet allemaal van de dorst. Zelfs als de zaken erg worden, zullen de meeste mensen wel genoeg drinkwater vinden om dat te vermijden. Wat wel te gebeuren staat, zijn ernstige voedseltekorten. 75% van het grondwater gaat naar landbouw. Als de aquifers opdrogen en de droogtes aanhouden, zullen we niet genoeg voedsel kunnen produceren voor iedereen, zodat chaos volgt.

Van 33 landen wordt verwacht dat ze tegen 2040 met extreme watertekorten kampen. Enkele die in het oog springen zijn Spanje, Griekenland, Israël, Saoedi-Arabië, Iran, Irak, Pakistan, en (delen van) India.

Vooral die laatste twee zijn reden tot zorgen. Beide bezitten kernwapens, en haten elkaar. Er resten India nog maar enkele jaren om de watercrisis op te lossen. Anders staan er honderden miljoenen levens op het spel.

We zouden niet zonder grondwater vallen als er niet alle droogtes over de hele wereld waren. Zonder droogte was er genoeg water in rivieren, en zou voldoende regenwater de grond kunnen doorsijpelen om de aquifers bij te vullen.

Maar het ziet ernaar uit dat droogte een blijver is, verergerd nog door één ding...

7 • klimaatverandering

In dit artikel ga ik niet pogen te bewijzen dat klimaatverandering bestaat, en wij er de oorzaak van zijn. (Als je daarnaar op zoek bent, is dit een uitstekende site. Kijk ook eens naar deze lijst van slechte argumenten en mythes omtrent klimaatverandering.)

Enerzijds is klimaatverandering héél eenvoudig te begrijpen. De hoeveelheid koolstofdioxide in de atmosfeer is in feite als een thermostaat voor de planeet.

Zo ging het vele, vele duizenden jaren.

CO2 & temperatuur over de voorbije 450.000 jaar.

Anderzijds is klimaatverandering ontzaglijk moeilijk te begrijpen, want ontelbare factoren beïnvloeden elkaar. Om die reden wordt klimaatverandering wel eens een hyper-object genoemd – een zo ontzaglijk gegeven dat het ons menselijke bevattingsvermogen overstijgt. Volgens mij werd de kwestie deels daarom zo lang genegeerd.

Je kan klimaatverandering niet zien of aanraken, behalve wanneer je aan den lijve droogte, overstromingen, hittegolven, orkanen, of andere natuurrampen ondervindt. Zelfs dan kunnen we enkel stellen dat de rampspoed waarschijnlijker of ernstiger werd dóór klimaatverandering – maar hij is niet de klimaatverandering zelve.

Deel van het probleem is dat wetenschappers en de media de klimaatverandering niet zo goed uitgelegd hebben aan het publiek. Enkele jaren geleden, bijvoorbeeld, ging Bill Nye bij Tucker Carlson Tonight uitleggen dat klimaatverandering echt is, en een ernstige bedreiging.

Ik was erg teleurgesteld. Bill Nye had het over skioorden die failliet gaan, wijngaarden die naar het noorden moeten verhuizen, en de zeespiegel die in de loop van decennia wat stijgt. Als dat is wat mensen zich bij klimaatverandering voorstellen, mag het niet verbazen dat het hen weinig zorgen baart.

Laat me in één zin uitleggen wat klimaatverandering zo gevaarlijk maakt:

Het toenemende aantal steeds zwaardere natuurrampen zal vroeg of laat gelijktijdige breadbasket failures over de hele wereld veroorzaken, en de daarop volgende voedseltekorten zullen leiden tot globale hongersnood en het ineenstorten van de maatschappij.

Waarom zeggen mensen als Bill Nye dat niet gewoon zo? Misschien om mensen geen angst aan te jagen, maar eerlijk gezegd zouden mensen bang moeten zijn. Zeker, de stijgende zeespiegel zal over de hele wereld steden blankleggen, maar wereldwijde hongersnood komt er waarschijnlijk al lang voordien.

En om eerlijk te zijn, is die vetgedrukte zin nogal een simplificatie. Als voedseltekort het enige gevolg van klimaatverandering was, zouden we manieren kunnen vinden ons aan te passen. We zouden bijvoorbeeld meer voedsel binnenshuis kunnen produceren, voedselverspilling kunnen tegengaan, en weilanden voor vee inzetten voor akkerbouw.

Maar klimaatverandering veroorzaakt meer dan voedseltekort. Ze zorgt nu al voor ongeziene orkanen, overstromingen, droogtes, hittegolven, wildvuren, watertekort (ut supra), massamigratie (ut infra), en meer.

Het aantal miljarden-dollar-rampen is de voorbije 10 jaar dramatisch gestegen, zelfs gecorrigeerd voor inflatie. Het voorbije jaar hadden we in de Verenigde Staten vijf neerslagcalamiteiten van het kaliber dat zich maar-eens-om-de-1000-jaar voordoet .

Miljarden-dollar-rampen naar hun aard, 1980-2019.

Het ziet er zo slecht uit dat sommige overheidsinstellingen openlijk erkennen dat de maatschappij het kan begeven. In 2019 liet generaal Mark Milley (Trumps voorzitter van de stafchefs) een rapport opstellen dat besloot dat het militaire apparaat van de VS binnen de 20 jaar zou kunnen ineenstorten door klimaatverandering.

Een recenter verslag, gepubliceerd door de U.S. Marine Corps University, noemt klimaatverandering een “hyperthreat” die “een reeks opeenvolgende kantelpunten in gang kan zetten die de overgang naar een voor de meeste soorten onleefbare ‘broeikasaarde’ versnelt”.

Er zal niet een enkele overstroming of hittegolf zijn die de maatschappij doet ineenstorten. Het wordt eerder een dood door duizend snijwonden. Zodra een gebied rechtkrabbelt na een ramp, volgt er een nieuwe. En nog een. Sommige gebieden zullen getroffen worden door meerdere klimaatrampen tegelijk.

Op den duur hebben landen geen geld of middelen meer voor heropbouw. Infrastructuur raakt verwaarloosd, roulerende stroomuitval wordt de nieuwe norm. Naarmate alles in duigen valt, worden voedsel en benodigdheden precair. Niet veel later volgen wijdverspreide maatschappelijke onrust en piekt criminaliteit, wanneer mensen wanhopig op zoek gaan naar voedsel.

Klimaatwetenschappers weten al decennialang dat dat eraan zit te komen als klimaatverandering niet ingetoomd wordt. Maar tot voor kort dachten de meesten dat we nog wel tijd hadden. Maar klimaatmodellen hebben de impact van stijgende temperaturen onderschat, zo blijkt. Dingen die pas tegen 2100 zouden gebeuren, gebeuren nu.

Vorig jaar waren wetenschappers bijvoorbeeld geschokt toen een heat dome boven Brits-Columbia voor 49 °C zorgde.. in Canada. Het overtrof de vorige hoogst gemeten temperatuur in Canada met zowat 5 °C.

Dan werd het vorige lente in Antarctica zowat 20 °C warmer dan normaal. Zo'n grote temperatuurschommeling zou in Antarctica niet mogen kunnen, maar ze was er, een nieuw wereldrecord voor temperatuuroverschrijding van de norm.

Recenter werd in het Verenigd Koninkrijk een recordtemperatuur van zowat 40 °C opgetekend, volgens klimaatwetenschappers een één-kans-op-honderdgebeuren. Maand na maand, jaar na jaar, breken temperaturen en rampen records.

Terwijl ik dit artikel schrijf beleeft China de ergste hittegolf in de geregistreerde geschiedenis. Rivieren drogen er op, en het gebrek aan hydrologisch opgewekte elektriciteit zorgt voor stroomstoringen in het hele land. Tegelijkertijd heeft Pakistan te maken met de ergste overstroming in de geschiedenis, die miljoenen mensen dakloos achterlaat.

Het wordt steeds duidelijker dat klimaatverandering sneller dan verwacht plaatsvindt. Daardoor zien we nu al een sterke toename in mislukte oogsten door droogte, overstromingen, en hoge temperaturen. In zowel de VS als India was de tarweoogst de kleinste sinds 20 jaar. Ook in Europa en China zorgen hittegolven voor verdorde gewassen.

Hier zijn nog wat voorbeelden van wereldwijde misoogsten. Volgens een VN-verslag staat landbouwbedrijven over de hele wereld het water aan de lippen. Ook als de oorlog in Oekraïne morgen ophoudt, zullen voedselprijzen in de nabije toekomst blijven stijgen.

En dat alles gebeurt bij een tikje meer dan 1 graad opwarming. Wat staat er te gebeuren bij 2 graden opwarming? Je zou kunnen denken dat het dubbel zo erg wordt als nu, want 2 is dubbel zoveel als 1, maar zo werkt het niet. De gevolgen van klimaatverandering worden exponentieel erger naarmate de temperatuur stijgt, en we zitten op koers voor 2 °C tegen 2050, waarschijnlijk gauwer dan dat.

En 2 °C opwarming is wellicht verwoestender dan verwacht, want klimaatwetenschappers stellen elk jaar vast dat de aarde gevoeliger is voor temperatuurschommelingen dan ze dachten.

Sommigen blijven hopen dat we catastrofale opwarming van de aarde kunnen tegengaan. Ik begrijp dat. Hoop is een fijner gevoel dan rouw, dus sommigen zullen zich eraan vast blijven klampen hoe erg de dingen ook worden.

Maar de waarheid is dat we wellicht al meerdere onomkeerbare kantelpunten in gang hebben gezet. Zelfs als dat nog niet zo is, komt het er gauw genoeg van, want regeringen lijken niet zinnens het verbranden van fossiele brandstoffen in te perken. Integendeel, vele Europese landen zijn weer begonnen met het stoken van steenkool, de vuilste van alle fossiele brandstoffen.

Het mag dan ook niet verbazen dat klimaatwetenschappers ons waarschuwen voor een vreselijke toekomst; topwetenschappers als Will Steffen stellen dat de ineenstorting van de beschaving de meest waarschijnlijke uitkomst is. En dan is er James Lovelock, de beroemde Engelse wetenschapper die met de Gaia-hypothese op de proppen kwam. Hij zei dat we nu van het leven moeten genieten omdat de opwarming van de aarde er binnen 20 jaar korte metten mee zou maken. Dat was in 2008.

Ik zeg niet dat we het helemaal moeten opgeven. Hoe gauwer we ons gebruik van fossiele brandstoffen intomen, hoe minder schade we berokkenen op lange termijn. Maar de pijnlijke waarheid is dat we boven de 2 °C opwarming gaan, wat we ook doen. Als dat kantelpunten in gang zet die ons naar 4 °C opwarming brengen, zullen miljarden mensen sterven.

En ik heb het nog niet eens over een van de gewichtigste gevolgen van klimaatverandering gehad...

8 • verlies van biodiversiteit

We beleven het zesde massale uitsterven op onze planeet. De vorige keer was 65 miljoen jaar geleden, en was de schuld van een asteroïde, zodanig destructief dat het leidde tot het uitsterven van de dinosaurussen, die hier al 165 miljoen jaar rondliepen. Nu zitten we in een nieuw massaal uitsterven, maar dan door ons veroorzaakt.

Het is merkwaardig hoe weinig mensen dat weten. Alweer eens hebben de media ons de ernst van de zaak niet afdoende uitgelegd, dus laten we even kijken naar wat er gebeurt met de wilde natuur op aarde.

Sinds het ontluiken van de beschaving heeft de mens 83% van de wilde dieren gedood, het merendeel in de voorbije 50 jaar. Mensen hebben sinds 1970 69% van de dieren uitgeroeid.

Regionale afname van biodiversiteit.

Laten we beginnen bij insecten. Als je ouder bent dan 30, denk terug aan je jeugd. Herinner je je alle beestjes op het voorraam van je ouders' auto? Ik herinner me hoe mijn moeder er met een ruitenwisser alle insecten moest afvegen.

Vandaag de dag hoef ik nooit insecten van mijn voorruit te vegen. Af en toe zie ik er eens een of twee op, maar dat is zeldzaam. Het gaat niet enkel over autovoorruiten. Vraag me een insect te gaan vangen in mijn achtertuin, en het zal even duren. Er vliegen er misschien enkele rond, maar het is niet evident er te vinden die ik makkelijk kan vangen. Toen ik nog jong was, kon ik echter de tuin inlopen en zonder meer een insect vasthebben (ik weet dat omdat ik het deed).

De anekdote is des te schrijnender als je weet dat ik ik opgegroeid ben in de woestijn, terwijl ik nu aan de Golfkust woon.

Dus waar zijn alle insecten heen? Simpel: wij hebben ze gedood, door pesticiden, habitatverlies, en klimaatverandering. We zijn letterlijk getuige van de de apocalyps van de insecten, en het is onze schuld. Vliegende insecten hebben in minder dan 20 jaar voor 60% de geest gegeven. Dat is onhoudbaar.

Je denkt misschien “Wat maakt het uit? Insecten zijn irritant.” Maar het maakt veel uit, want insecten liggen aan de basis van onze voedselketen. Valt die fundering weg, zal al wat leeft het moeilijk krijgen.

Naar schatting wegen alle geleedpotigen op aarde (insecten, spinachtigen, miljoenpoten en duizendpoten, en schelpdieren) 17 keer zoveel als alle mensen. Sterven die geleedpotigen af, dan ook alle dieren die er voor hun voeding van afhangen, zoals vogels, reptielen, en amfibieën.

Dat is al aan het gebeuren. De voorbije 50 jaar is de vogelpopulatie met 29% geslonken. Wetenschappers menen nu dat vogels honderden keren sneller uitsterven dan tevoren aangenomen werd. Ook kikkers verdwijnen en vele reptielen zijn met uitsterven bedreigd.

Het is zo slecht gesteld dat wetenschappers geloven dat tegen 2050 de helft van alle diersoorten uitgestorven is. Zo'n groot soortenverlies zal voor een “uitsterf-domino-effect” zorgen, waarbij voedselnetwerken instorten en nog meer plant- en diersoorten uitsterven. Sommige wetenschappers waarschuwen daarom dat de wereld binnen enkele decennia zonder voedsel zal komen te zitten.

De moderne mens, en dan vooral die in de westerse wereld, is het zo gewoon in steden te wonen die van de natuur afgescheiden zijn, dat hij vergeten is dat steden voor hun bestaan van de natuur afhankelijk zijn. We hebben de natuur nodig voor frisse lucht, zuiver water, en gezonde gewassen.

We vernielen letterlijk het systeem dat ons leven ondersteunt. Zoals de Australische regering het in haar laatste State of the Environment-verslag zei: “de degradatie van het milieu wordt nu beschouwd als een bedreiging voor de mensheid, die tot maatschappelijk verval kan leiden”. (Daarover hier meer.)

En ik heb het nog niet gehad over wat er met de oceaan gaande is. Door de klimaatverandering warmt de oceaan op aan een tempo zo snel als werden er vijf Hiroshima-bommen per seconde in geworpen. Dientengevolge zijn de oceanen op weg naar een uitsterven zo massaal als dat van de Perm-Trias-massa-extinctie. Mocht je daar nog niet van gehoord hebben, dat was de grootste massa-extinctie op aarde, 90% van alle soorten stierf uit.

Het meest voor de hand liggende gevaar voor mensen is het ineenstorten van de visserij, dat is al aan de gang. Voor zowat 3 miljard mensen is vis een deel van het dagelijks diëet. Zonder vis zullen ze andere eiwitbronnen moeten zoeken, maar zoals in dit artikel duidelijk werd, wordt dat minder en minder evident naarmate ecosystemen uiteenvallen.

Een minder in het oog springend probleem is de afname van fytoplankton, het fundament van de aquatische voedselketen. Als het fytoplankton sterft, dan vrijwel al het andere leven in de oceaan. Fytoplanktonpopulaties zijn sinds 1950 al 40% afgenomen, en blijven dat doen aan zowat 1% per jaar.

Fytoplankton is niet enkel van belang als voedsel voor ander leven in de oceaan, het maakt ook tenminste de helft van de zuurstof die we inademen aan. Daarom waarschuwen sommige experten ervoor dat we allemaal sterven als de oceaan sterft.

Niet enkel dieren sterven, planten doen dat ook. Ontbossing gebeurt sneller dan ooit tevoren, Brazilië zet op dat vlak records in het Amazonegebied. Algemeen gesproken sterven planten 350 keer sneller uit dan normaal.

Zoals ik al zei, we vernielen het systeem dat ons in leven houdt, en dat doen we zodanig snel dat we volgens sommige onderzoekers maar 10% kans hebben de komende decennia door te raken zonder maatschappelijke ineenstorting.

Alle problemen waar ik over schreef leiden tot nog een andere grote crisis die je misschien nog niet in overweging genomen had.

9 • migratiecrisis

Om de komende migratiecrisis te begrijpen, moeten we nagaan wat op dit moment de grootste vluchtelingencrisis is, en welke impact ze heeft op buurlanden. Ik heb het over de Syrische vluchtelingencrisis, een gevolg van de Syrische burgeroorlog.

Die burgeroorlog in Syrië had vele redenen, maar een daarvan is ernstige droogte, vermoedelijk in de hand gewerkt door klimaatverandering. Tussen 2006 en 2010 onderging Syrië een verwoestende droogte die 60% van het land in woestijn veranderde.

De droogte die Syrië trof, was de langste in 1000 jaar. Het was zo erg dat 75% van de Syrische boeren een totaal oogstverlies had, en 85% van het vee stierf.

Omdat een groot deel van de Syrische bevolking in de veeteelt en landbouw werkzaam was, kostte het 800.000 mensen hun broodwinst. Uiteindelijk belandden 1,5 miljoen mensen uit landelijke gebieden op zoek naar werk in steden, wat voor ernstige spanningen tussen groepen als de Koerden, Arabieren, Alawieten, en Soennieten zorgde.

De Syrische burgeroorlog begon op 15 maart 2011, aanvankelijk met vreedzaam protest dat paste in de Arabische lente die het Midden-Oosten doorraasde. De Syrische regering trad hard op, wat leidde tot een toenemend aantal militante groeperingen die zich tegen de regering verzetten.

Naarmate het geweld toenam, werd infrastructuur zoals wegen, scholen, ziekenhuizen, en water/rioolsystemen beschadigd of vernield, wat mensen, al zeker ouders, ertoe bracht een veiligere plek om te wonen te zoeken.

Al bij al lieten 13 miljoen vluchtelingen hun thuis achter, de helft ervan het land zelf. Zowat 3,6 miljoen vluchtelingen belandden in Turkije, 2 miljoen anderen gingen naar landen als Libanon, Jordanië, Irak, en Egypte.

Laten we daar even bij stilstaan: beeld je in dat je in die tijd in Syrië woonde. Je thuis en/of de infrastructuur in je buurt is vernield, 90% van de mensen leeft in armoede, ziekten doen de ronde, gezinnen verhongeren, de misdaad loopt uit de hand, en milities willen jou of je kinderen recruteren om te gaan vechten in de oorlog.

Zou jij niet ook proberen op te krassen? Als ouder zou ik wanhopig weg willen. Ik zou alles doen wat ik kon om mijn kinderen een veiliger leven te geven. Dus dat deden miljoenen ouders. Ze riskeerden letterlijk hun leven om in Europa te raken, duizenden stierven op de gevaarlijke tocht over de Middellandse zee.

De meesten van hen die Europa haalden, werden (en worden nog steeds) slecht behandeld. Voor Europeanen zijn het buitenstaanders die misdaad en ziekte brengen en jobs stelen. Dat is natuurlijk volstrekt oneerlijk. Zoals ik duidelijk maakte, hadden de meeste mensen die Syrië ontvluchtten geen keuze.

Hoe dan ook, wanneer een land een grote toestroom van vreemdelingen kent, zorgt dat voor racisme en xenofobie. Een jammere eigenschap van de menselijke aard. We zijn erg wantrouwig tegenover mensen die anders zijn dan wij of tot een andere groep behoren. Al zeker wanneer hun aankomst samenvalt met economische problemen.

Dat alles heeft gezorgd voor een enorme toename van extreemrechtse groeperingen in Europa, waaronder neo-nazi's (zelfs in Duitsland). Dat leidde tot anti-migratiebeleid over heel Europa, de verkiezing van xenofobe leiders zoals Erdogan in Turkije, en het optrekken van een gigantische grensmuur tussen Turkije en Syrië.

Om eerlijk te zijn, een land kan maar een bepaald aantal vluchtelingen aan. Er is een grens aan het aantal vluchtelingen dat een land kan opvangen alvorens totale chaos uitbreekt.

Waarom heb ik al deze tijd gepraat over Syrië? Omdat het de rest van wat ik te zeggen heb in perspectief plaatst:

De Syrische vluchtelingencrisis wordt beschouwd als de grootste in de moderne tijd, en heeft geleid tot chaos en spanning in heel Europa. Dat gebeurde door amper 7 miljoen mensen die het Midden-Oosten verlieten en naar het noorden trokken.

De klimaatcrisis zou tegen 2050 tot wel 1,5 miljard migranten kunnen leiden. Als nog maar de helft daarvan hun thuisland verlaat, wordt het een vluchtelingencrisis 100 keer erger dan die van het voorbije decennium in Syrië en Europa.

De wereld is niet klaar voor al die klimaatvluchtelingen. Ze zullen voor ongekende chaos en spanningen zorgen.

In het Midden-Oosten wonen op dit moment zowat 547 miljoen mensen, tegen 2050 zouden het er zowat 724 miljoen kunnen zijn. Maar volgens wetenschappers wordt het Midden-Oosten onbewoonbaar.

Het wordt in het Midden-Oosten twee keer sneller warmer dan in de rest van de wereld. Wanneer de wereld 1,5 °C warmer is dan in pre-industriële tijden, is dat in het Midden-Oosten 4 °C. Hittegolven worden zo erg dat je zonder airconditioning zonder meer sterft wegens wet-bulb-temperaturen (een ander eng effect van de klimaatopwarming).

En zoals we weten zullen elektriciteitsnetten meer en meer belast worden naarmate temperaturen stijgen, wat elke zomer gegarandeerd voor tienduizenden hitte-gerelateerde doden zal zorgen. Misschien zelfs honderdduizenden. Het zal nog meer mensen ertoe aanzetten naar het noorden te trekken.

Ondertussen wordt het Midden-Oosten al door ernstige droogte getroffen, een probleem als 70% van de landbouw er van regen afhangt. Meren en rivieren in de regio drogen op, zodat er steeds minder water is voor mensen en gewassen. Het verstoort ook de elektriciteitsvoorziening van mensen die op waterkrachtcentrales moeten rekenen. Om die reden wordt van waterschaarste meer conflict verwacht.

Tegelijkertijd kampen andere gebieden met te veel regen. Op het moment van dit schrijven hebben de overstromingen in Pakistan een enorm, 100 kilometer breed binnenmeer geschapen. Miljoenen mensen zijn dakloos, de tarweoogst is vernield, waardoor Pakistan zich tot Rusland moet wenden voor meer tarwe, in een wereld die al onder voedseltekort gebukt gaat.

Laten we ook het stijgen van de zeespiegel niet vergeten. Uit dit onderzoek blijkt dat de landen in het Midden-Oosten tegen 2050 verscheidene grote kuststeden zullen verliezen. Basra bijvoorbeeld, de tweede grootste stad van Irak, zou tegen 2050 grotendeels blank kunnen liggen. Uit recent onderzoek blijkt dat tegen het midden van de eeuw zowat 340 miljoen mensen in overstromingsgebied zullen leven. Waar moeten zij heen?

Hopelijk heb ik duidelijk gemaakt waarom we niet klaar zijn voor de klimaatvluchtelingencrisis. De situatie is zelfs zo ernstig dat we ons er niet volledig op zouden kunnen voorbereiden mochten we dat überhaupt proberen. De meeste landen hebben het al moeilijk hun bevolking gevoed te houden, het is dus ondenkbaar dat we klaar zijn voor honderden miljoenen hongerige migranten.

Dus wat staat er te gebeuren? Helaas waarschijnlijk een enorme toename aan oorlogen, burgeroorlogen en regionale. Mensen zullen vechten voor wat overblijft aan grondstoffen, en vluchtelingen zullen worden beschouwd als onwenselijken, om te deporteren, gevangen te zetten, of te executeren.

Opnieuw, dat is nu eenmaal eigen aan de menselijke aard. Een peer-reviewed onderzoek getiteld “klimaat, conflict, en noodgedwongen migratie” bevestigt dat klimaatverandering zal leiden tot meer oorlog en meer vluchtelingen. De grafiek hieronder licht toe waarom.

Klimaat, conflict, migratie.

De toename van klimaatmigratie zal dan wel leiden tot burger- en regionale oorlogen, maar dat is slechts één van vele redenen waarom oorlog op grote schaal de komende decennia meer zal voorkomen. Meer nog, de meeste hogerop genoemde redenen (peak oil, slinkende grondstoffen, waterschaarste, voedseltekorten, verlies van biodiversiteit, en klimaatgerelateerde rampen) zullen elk bijdragen tot een scherpe toename van oorlog en conflict.

10 • toenemend conflict

Terwijl ik dit schrijf, zijn Rusland en de NAVO verwikkeld in een gevaarlijke proxy-oorlog in Oekraïne. De redenen daarvan zijn behoorlijk gecompliceerd, maar slinkende grondstoffen zijn een van de belangrijkste oorzaken.

Volgens mij heeft Rusland begrepen dat de wereld peak oil voorbij is en energie schaarser wordt. Ze begrijpen er ook dat droogte en overstromingen (samen met een tekort aan meststoffen) het moeilijker maken voedsel te produceren.

Kijk dan naar Oekraïne. Daar zijn enorme voorraden olie en aardgas, het heeft van het beste landbouwgebied in de wereld (staat dan ook bekend als de graanschuur van Europa), en was deel van de Sovjet-Unie. Daarom gelooft Rusland dat Oekraïne weer inlijven de beste kans is om zich stevig te positioneren in de veranderende wereldorde.

Daarom zal Rusland niet opgeven Oekraïne over te nemen. Deed het dat, zou het zichzelf ernstig benadelen naarmate het klimaat grilliger wordt, en grondstoffen schaarser. Daarom denk ik dat Poetin nog eerder een nucleaire oorlog zal beginnen dan een nederlaag te slikken (waarvoor de Russische staatstelevisie dan ook waarschuwt).

Welkom bij de grondstoffenoorlogen.

Noordpoolgebied

Rusland zou ook bereid kunnen zijn oorlog te voeren om grondstoffen in het Noordpoolgebied. Volgens een Amerikaans geologisch onderzoek bevat de regio 13% van de onontgonnen olie en 30% van het onaangeboorde aardgas. Er zou daar ook een triljoen dollar aan zeldzame metalen en mineralen in de grond kunnen zitten.

En naarmate het Noordpoolgebied smelt en zomers zee-ijs in de nabije toekomst begint te verdwijnen, wordt de transpolaire zeeroute (TZR) de snelste manier om de regio te bevaren, waardoor de transportkost drastisch zal afnemen. Je begrijpt waarom het Noordpoolgebied zo waardevol is.

In 2021 zei Poetin elke tegenstander de tanden uit te slaan die het erop waagt door Rusland opgeëist gebied over te nemen. En als Rusland vindt dat alles van hun kust tot de Noordpool hen toebehoort, lijkt een conflict in het noordpoolgebied onvermijdelijk.

De VS, Rusland, Canada, Denemarken, Zweden, IJsland, Noorwegen, en zelfs China vinden recht te hebben op olie, aardgas, en zeldzame aardmetalen. Naarmate fossiele brandstoffen duurder en duurder worden, en de vraag naar elektrische voertuigen en hernieuwbare energie toeneemt, wordt de Noordpool al gauw het centrum van mondiaal conflict, dat ons misschien naar de Derde Wereldoorlog leidt.

Dat klinkt misschien vergezocht, maar vergeet niet dat China zowat 2/3e van de zeldzame metalen en mineralen op aarde bezit. Daarom zal het de 21ste eeuw beheersen, batterijen en hernieuwbare energie verkopend naarmate de fossiele-brandstoffenvoorraden slinken.

Dat is een enorme bedreiging voor het Amerikaanse imperium, je kan ervan op aan dat het er alles aan zal doen zoveel mogelijk de controle van zeldzame metalen en mineralen te behouden.

India en Pakistan

Een ander regionaal conflict dat zou kunnen uitgroeien tot een wereldoorlog vindt plaats in Zuid-Azië. Water is al schaars in landen als Pakistan, waar vrouwen en kinderen elke dag kilometers afleggen op zoek naar water. In India is het probleem nog groter, drie kwart van de woningen stelt het zonder kraantjeswater, en van wat er dan wel is, is 70% verontreinigd.

Omdat verscheidene belangrijke rivieren langs de grens tussen India en Pakistan lopen, is water de oorzaak van veel spanningen. Zoals ik hogerop in het stuk over watertekort aanhaalde, zijn India en Pakistan het Indus-Waterverdrag overeengekomen. Dat geeft India het beheer van drie oostelijke rivieren, en Pakistan dat van drie westelijke, waaronder de Indus.

Beide landen beschuldigen elkaar ervan het verdrag te schenden. India bouwt bijvoorbeeld waterkrachtcentrales in de Indus, maar Pakistan zegt dat dat hun watertoevoer vermindert.

Het vooruitzicht van twee nucleair bewapende naties die ruzie hebben over een gestaag opdrogende rivier is verontrustend. Zelfs een klein nucleair conflict zou voor wereldwijde hongersnood zorgen. Op het moment zijn de verhoudingen tussen de twee naties kalm, maar dat wordt minder waarschijnlijk naarmate de rivieren opdrogen door klimaatverandering.

Pakistan zal tegen 2025 met ernstige watertekorten te kampen hebben. In de tussentijd wordt de vraag naar water in India tegen 2030 wellicht dubbel zo groot als wat beschikbaar is. Het is moeilijk voor te stellen hoe deze twee landen het in de jaren 2020 met elkaar zullen kunnen blijven vinden, maar we kunnen hopen.

In de tussentijd ziet het ernaar uit dat de Pakistaanse regering het gaat begeven, wat rampzalig zou zijn voor de wereld. De Pakistaanse regering was jarenlang onverantwoordelijk, en is in grote financiële problemen geraakt.

Pakistan probeert nu te herstellen van de zwaarste overstroming in haar geschiedenis. Die trof 33 miljoen mensen en een derde van het land staat erdoor onder water. Maar dat is maar het begin. 65% van hun voornaamste gewassen is vernield, en 3 miljoen stuks vee zijn gestorven.

Door economische problemen en voedselonzekerheid was Pakistan al jaren op weg naar de ineenstorting. Deze ramp gaat de zaak enkel bespoedigen.

De belangrijkste bekommernis van andere naties is Pakistans kernwapenarsenaal. Als militaire generaals met moeite het hoofd boven water houden, blijven ze dan in staat de veiligheid van hun wapens te waarborgen? Wat als de regering ten val wordt gebracht en generaals moeten vluchten? Wat als extremisten het overnemen?

het wordt enkel erger

Er zijn nog veel redenen waardoor strijd om grondstoffen tot oorlog zou kunnen leiden. Israël, Saoedi-Arabië, en de Verenigde Staten zouden maar al te graag de Iraanse regering ten val brengen en haar olie meenemen, maar het is waarschijnlijk dat Rusland en China ter verdediging zouden komen.

Ondertussen zou Noord-Korea kunnen dreigen nucleaire wapens in te zetten als andere landen hen niet de grondstoffen zouden bezorgen die ze nodig hebben om te overleven, de wereld zo letterlijk gegijzeld houdend.

Naarmate klimaatrampen over de hele wereld infrastructuur vernietigen en essentiële grondstoffen moeilijker te vinden worden, zullen velen landen het tegen elkaar opnemen. Van de 25 landen die het meest kwetsbaar beschouwd worden voor klimaatverandering, zijn er 14 al in conflicten verwikkeld.

En dat is nog maar het begin. We beginnen pas de gevolgen van klimaatverandering en verlies van biodiversiteit te zien, en grondstoffen als fossiele brandstoffen en zeldzame metalen waren er tot voor kort in overvloed. Als landen elkaar nu al naar de keel staan, hoe zal de wereld er dan binnen 10 of 20 jaar uitzien?

Dat alles is waarom het ministerie van Defensie klimaatverandering beschouwt als een ernstige bedreiging voor haar werking, die tot nieuwe mondiale conflicten zal leiden die we niet eens voorzien hadden.

Zoals minister van defensie Lloyd Austin zei: “Klimaatverandering is een existentiële bedreiging van onze nationale veiligheid, en het ministerie van Defensie moet snel en doortastend handelen om die uitdaging aan te gaan en zich voor te bereiden op onvermijdelijke schade.”

En volgens het IPCC “veroorzaken droogte en overstromingen en toenemende plagen en ziekten vanwege stijgende temperaturen wijdverbreide misoogsten. Stijgende temperaturen in de oceaan, mariene hittegolven, en verzuring van de oceaan, leiden tot een dramatische aftakeling van de visserij, wat bijdraagt tot migratie en conflict.”

Ze schreven ook dat “voedselonzekerheid door piekende voedselprijzen vanwege afgenomen landbouwproductie, te maken met klimaatimpact zoals droogte, kan leiden tot zowel nationaal als internationaal conflict, inclusief politieke instabiliteit.”

nucleaire uitroeiing

António Guterres, secretaris-generaal van de VN, zei op 1 augustus 2022 dat “de mensheid één misverstand, één misrekening verwijderd [is] van nucleaire vernietiging”.

Landen besteden honderden miljoenenen aan doemsdagwapens die een vals gevoel van veiligheid geven. Intussen stijgt het risico op nucleaire proliferatie, en de vangrails die nucleaire escalatie moeten voorkomen verzwakken.

In de afgelopen 70 jaar stond de wereld meer dan twaalf keer op het randje van nuclear armageddon. En dat was in tijden van grenzeloze fossiele brandstoffen, en steeds overvloediger voedsel. Nu voedsel moeilijker te produceren wordt (zowel door klimaatrampen als een gebrek aan fossiele brandstoffen nodig voor industriële agricultuur), kunnen we verwachten opnieuw op het randje van nucleaire vernietiging te belanden.

Wanneer gaan we over het randje?

ПОДВОДЯ ИТОГ

Het is al decennialang duidelijk dat onze mondiale industriële beschaving een vervaldatum heeft, maar pas sinds kort zijn vele wetenschappers gaan beseffen dat die vervaldatum in hun eigen leven zou kunnen liggen.

Vijftig jaar geleden overschreden mensen de draagkracht van onze planeet. Sindsdien hebben we de grondstoffen van de aarde steeds sneller opgebruikt, ten koste van toekomstige generaties. Zonder fossiele brandstoffen zou onze beschaving er niet zijn, maar we komen snel zonder te zitten. En het lijkt erop dat groene energie ze niet zal kunnen vervangen, omdat er te weinig metalen in de grond zitten.

Zelfs al hadden we onbegrensde, schone energie, zouden cruciale grondstoffen als rubber, zand, grondwater, en de ingrediënten van meststoffen snel op raken. Naarmate de teelaarde op aarde erodeert, wordt het moeilijker en moeilijker genoeg voedsel te verbouwen voor iedereen.

Uiteindelijk kunnen we mogelijk überhaupt geen voedsel meer produceren. Watertekorten worden nu al een ernstig probleem, en het is nog maar aan het beginnen. Klimaatverandering droogt rivieren op, brandt wouden weg, en zorgt voor onvoorstelbare calamiteiten.

Ondertussen sterft leven van alle soort – van piepkleine plantjes tot enorme zoogdieren – nog sneller uit dan tijdens vroegere massa-extincties. Naarmate het weefsel van het leven vergaat, wordt de menseljke samenleving onmogelijk.

Al die chaos zal leiden tot de grootste migratiecrisis in de geschiedenis. Politieke spanningen en conflicten over middelen zouden goed mogelijk tot nucleaire vernietiging kunnen leiden. Maar het staat er zo slecht voor dat ook zonder nucleaire oorlog de mens wel eens uitgestorven zou kunnen zijn tegen het einde van de eeuw.

Geloof het of niet, er is nog veel meer slecht nieuws, waar ik het in dit artikel niet over gehad heb. Ik heb het amper gehad over klimaatkantelpunten, en had het nog kunnen hebben over verwaarloosde infrastructuur, vervuiling die miljoenen doodt, het toenemende risico op dodelijke pandemieën, en nog veel meer, maar dit artikel is al een pak langer geworden dan ik voor ogen had.

Het doet me geen plezier deze informatie te delen. Persoonlijk ben ik doodsbang. Niet enkel voor mezelf, maar voor de twee kinderen die ik al had voor ik het allemaal vernam. Het spijt me als jij er bang van werd.

Mensen hebben me gevraagd, “Als we toch allemaal gedoemd zijn, waarom anderen bang maken? Waarom hen niet gewoon hun leven laten leiden?” Dat is een terechte vraag. Mijn antwoord is dat hoe meer mensen van ons predicament weten en zich beginnen voor te bereiden op wat komt, hoe groter de kans is dat de mensheid deze eeuw overleeft en in een verre toekomst duurzame samenlevingen opbouwt.

Ik weet niet of dat kan. Misschien maken we zodanig veel klimaatkantelpunten mee dat de temperatuur genoeg stijgt om alle leven op aarde uit te roeien.

Of misschien ontstaan er op plekken als Groenland en Antarctica nieuwe samenlevingen, nadat de wereldbevolking afgenomen is en de planeet opgewarmd. Het zullen er geen zijn die fossiele brandstoffen gebruiken, dus allicht veel eenvoudiger en in grotere verbondenheid met de aarde. Die samenlevingen hebben misschien van onze fouten geleerd, en dragen meer zorg voor de natuur – en voor elkaar.

Als er enige kans is op zo'n toekomst, moeten we doen wat we kunnen om dat mogelijk te maken. De eerste stap is mensen informeren over wat gaande is, en de tweede stap is hen te helpen zich voor te bereiden. Dat zijn de twee doelstellingen van deze site.